Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gewisselijk, er is voor het zilver een [2]uitgang, en een plaats voor het goud, [3]dat zij smelten. 1. Job, vertoond hebbende dat God ook enige bozen in dit leven straft, hoewel niet allen, en merkende dat zijn vrienden dit niet verstaan konden, wil nu leren dat de oordelen Gods voor ons onbegrijpelijk zijn en dat de mens wel vernuftig is om veel aardse dingen uit te vinden en te begrijpen, vs.1,2, enz., maar niet om de redenen der wonderbare regering Gods te doorgronden, onder, vs.12, enz. 2. Dat is, plaatsen in de aarde, waar het uitgegraven wordt. Om deze uit te vinden het zilver van aarde, steen en andere metalen te onderscheiden, heeft de mens wetenschap genoeg; en alzo in het volgende. 3. Te weten, de kunstenaars, of waar het gesmolten wordt. Zie boven, hfdst.4 vs.19.